Met een gehaaste pas loop ik de trap op naar de volgende verdieping voor mijn volgende afspraak. Het vorige gesprek liep uit, door iets wat wel vaker gebeurt. Je hebt de klink van de deur in de handen en dan komt de vraag of opmerking waar het eigenlijk om draaide. En vervolgens sta ik dan nog in halve aanwezigheid een gesprek te voeren.
Maar… op naar m’n volgende afspraak en tjsop tjsop even wat sneller doorlopen.
Ik passeer iemand en ben in mijn hoofd al bij het volgende gesprek waardoor ik geen gedag zeg en last heb van mijn onattente snelheid. Zo wil ik het niet, maar betrap me erop dat het soms wel zo gaat.
Het volgende gesprek geef ik mezelf toestemming om even aan te komen in de ruimte en uit te spreken dat ik me gehaast heb. Het zal een belangrijk gesprek worden en voor mij is het dan belangrijk om te kunnen luisteren zonder een oordeel, zonder een oplossing te bedenken, zonder iets te willen fixen. En in volle kwaliteit van aanwezigheid. Wat wordt er nu echt gezegd? Wat pakt mijn lichaam op aan non-verbale communicatie? En wat wordt er gezegd en niet uitgesproken?
De meeste gesprekspartners vragen niet om een oplossing. En oplossingen zijn meestal niet te vinden in acties en plannen. Het enige moment dat telt is nu en dat begint met stilstaan in plaats van doordraven.
Het grootste cadeau kwam vorige week, van een gesprekspartner: “Dank je wel dat je even stil staat bij mijn situatie, het is goed zo, ik kan weer verder.”
Het is voelbaar voor de ander als je hoofd hier en nu is en niet ergens anders.
Stilstaan en vertragen.