Waar verlang jij naar?
Met afhangende schouders kwam ze naar binnen.
“Ik weet het echt even niet meer” zegt ze.
Ik kijk haar aan en zie dat haar hoofd overuren maakt.
Ze doet haar verhaal over wat haar de afgelopen weken is overkomen.
Van boos op zichzelf, naar lachen om zichzelf, naar vol verdriet. Allerlei emoties komen voorbij. Ik zeg nog steeds niks en luister.
Dan zegt ze “je zult wel denken… .”
“Ik denk maar één ding” zeg ik. “Wat heb je nodig?”
“Koffie!” zegt ze.
En bij het bakje koffie gaan we samen op onderzoek uit.
En zakken we van denken naar voelen.
“Ik heb altijd voor iedereen gezorgd. Voor mijn ouders en mijn broer. Ik wilde perfect zijn en niet lastig. Voor mijn collega’s. Ik wilde mijn teamleider ontlasten van zijn taken en dacht zijn problemen op te moeten lossen. Voor mijn vrienden. Gedacht dat ik dit moest doen. Altijd aan staan en altijd klaar staan.
Maar nu… ik kan het niet meer en ik wil dit niet meer.”
“Mooi” zeg ik! “Want dat hoeft namelijk niet meer.”
Er komt een diepe zucht. En een glimlach.
We doen een opstelling met vloerankers.
En het wordt helder dat ze zich groter maakte dan nodig was.
Op haar eigen plek in het gezin voelt ze haar lijf weer ontspannen.
“Zo…” zegt ze “…en weet je wat? Ik ga mezelf de belangrijkste persoon in mijn leven vinden! En voelen wat ik nodig heb. En doen wat goed is voor mij. Want dan kan ik er weer zijn voor al die anderen, vanuit een gezonde positie.”.
En met rechte schouders verlaat ze mijn praktijk.
En ik? Ik glimlach naar mezelf in de spiegel. Wat heb ik toch fijn ‘werk’. Het voelt namelijk niet als werk.